Créer une activité
Ico create Educaplay Créer une activité
Toutes les activités
Jouer Test
1. 
Kijk naar de figuur en kies de juiste zin.
A.
De hond blaft heel luid.
B.
De hond slaapt in zijn mand.
C.
De hond slaapt in zijn hok.
D.
De hond slaapt voor zijn hok.
2. 
Kijk naar de figuur en kies de juiste zin.
A.
Het meisje heeft een lange staart.
B.
Het meisje heeft een mooie hoed.
C.
Het meisje wandelt in de zon.
D.
Het meisje wandelt snel.
3. 
Kijk naar de figuur en kies de juiste zin.
A.
Maarten springt van tak tot tak.
B.
Maarten zaagt een tak door:
C.
Maarten zaagt een plank door:
D.
Maarten klimt in de top van de boom:
4. 
Kijk naar de figuur en kies de juiste zin.
A.
Lies rijdt op haar rolschaatsen.
B.
Lies rijdt met haar skate-board.
C.
Lies rijdt met zijn skate-board.
D.
Lies speelt met een voedbal.
5. 
Kijk naar de figuur en kies de juiste zin.
A.
De stoel staat links van de tafel.
B.
De stoel staat rechts van de tafel.
C.
De stoel staat op de tafel.
D.
De vaas staat op de stoel.