De 2n chromosomen begeven zich naar de evenaar.
De chromosomen verdwijnen.
interfase
Het DNA verdubbelt zich.
De chromosomen liggen elk afzonderlijk aan de evenaar.
De chromatiden begeven zich naar de polen.
De 2n chromosomen worden zichtbaar.
metafase
profase
De chromatiden worden van elkaar gescheiden.
anafase
telofase en cytokinese
Er ontstaan 2 diplo˙ide cellen.