1
Opgepast, mijn sirene staat op. Ik moet een zieke gaan halen.
2
Zo noemen we onszelf in het verkeersliedje als voetganger.
3
Hij geeft een boete als je niet voorzichtig bent in het verkeer.
4
Dit doe je best aan als je in het donker stapt of loopt.
5
Je rijdt als fietser op dit deel van de weg.
6
Hier steek ik de straat veilig over.
7
Hier moet je gaan als voetganger.
8
Ik kan veel mensen meenemen. Stap maar in!
9
Vul aan: Als 't goed is voor 't ..... dan hoor je ons niet klagen.
10
Als ik fiets houd ik dit goed vast.
11
Hierop zitten we op de fiets.
12
Een vervoermiddel met twee wielen dat niet vervuilt.