Créer jeu
Jouer Test
1. 
Jij wordt gedragen
A.
portatur
B.
portaris
C.
portabaris
2. 
Ik zal gebonden worden
A.
vincor
B.
vincietur
C.
vinciar
3. 
het brandt
A.
ardebit
B.
ardet
C.
ardebat
4. 
jij zal zeggen
A.
dices
B.
dicetis
C.
dicis
5. 
wij zullen overwinnen
A.
vinciemus
B.
vincemus
C.
vincimus
6. 
jullie zitten
A.
sedetis
B.
sedebitis
C.
sedes
7. 
zij zullen kunnen
A.
poterant
B.
poterunt
C.
possunt
8. 
ik zal vullen
A.
compleo
B.
complebam
C.
complebo