Créer jeu
Jouer Mots Croisés
1 Hij (antwoorden) ... niet.
2 De kat (luisteren) ... nooit.
3 Wij (wandelen) ... in het bos.
4 De meisjes (kletsen) ... veel.
5 Wij (moeten) ... veel werken.
6 Marie (praten) ... veel.
7 We (kunnen) ... niet lang blijven.
8 Jan (maken) ... zijn huiswerk.
9 (Hebben) ... jij vroeger een hond?
10 Hij (gaan) ... vroeg naar huis.
8
7
6
10
4
3
2
9
1
5