Microscopisch gezien is de nier opgebouwd uit functionele eenheden. Zo'n functionele eenheid noemt men
A.
Glomerulus
B.
Tubulus
C.
Piramide
D.
Nefron
2.
Een nefron is opgebouwd uit onder andere een eerste kronkelbuis en een tweede kronkelbuis. Hoe noemt men de verbinding tussen deze twee?
A.
Glomerulus
B.
Kapsel van Bowman
C.
Lis van Henle
D.
Verzamelbuis
3.
Welke van onderstaande structuren ligt in de schorslaag van de nier?
A.
Glomerulus
B.
Lis van Henle
C.
Nierpapil
D.
Verzamelbuis
4.
Welke bewering omtrent de glomerulus is juist?
A.
Het is een arterieel haarvatennet
B.
Het is een arterieel - veneus haarvatennet
C.
Het is een veneus haarvatennet
D.
Het is een veneus - arterieel haarvatennet
5.
Het nierbekken gaat over in de
A.
Urethra
B.
Ureter
C.
Verzamelbuis
D.
Lis van Henle
6.
Het product van de filtratie in de nieren heeft de volgende naam:
A.
voorurine
B.
urine
C.
plasma
D.
weefselvocht
7.
Welk deel van het nefron mondt uit in het nierbekken?
A.
Lis van Henle
B.
Verzamelbuis
C.
Eerste kronkelbuis
D.
Tweede kronkelbuis
8.
Hoe heet het proces waarbij stoffen uit de voorurine weer worden opgenomen in de bloedbaan?
A.
Diffusie
B.
Reabsorptie
C.
Filtratie
D.
Excretie
9.
Gegeven: I Kiemlaag, II Hoornlaag, III Lederhuid, IV Onderhuids bindweefsel. Welke van de bovengenoemde structuren treft men in de huid aan van buiten naar binnen?
A.
II, IV, I, III
B.
II, I, IV, III
C.
II, I, III, IV
D.
II, III, I, IV
10.
In welke structuurlaag van de huid vindt de pigmentvorming plaats?
A.
Subcutis
B.
Lederhuid
C.
Hoornlaag
D.
Kiemlaag
11.
In welk deel van de huid liggen voornamelijk de zintuigcellen?
