Créer une activité
Jouer Compléter
Wij kunnen voorwerpen zien , omdat deze ____________________ reflecteren .
Dit komt allereerst ons oog binnen via het ____________________ . Dit is als het ware de voorruit van het oog , en dient als bescherming voor alle kwetsbare onderdelen daarachter .
Daarna gaat het licht door de voorste oogkamer waar zich o . a . de ____________________ bevindt . Die zorgt er voor dat het binnenkomende licht bijgesteld en vervolgens doorgestuurd wordt .
De pupil doet dit met behulp van de ____________________ : die maakt de pupil ____________________ als er weinig licht is , en ____________________ als er veel licht is .

Achter de iris en de pupil bevindt zich de ____________________ . Die zorgt voor het bijstellen van de scherpte .
Als je iets van dichtbij wil bekijken , spant de lens zich op en wordt ze ____________________ . Als je iets verder weg wil zien , zal ze zich ontspannen , en wordt ze weer ____________________ .

De lens projecteert het beeld op je ____________________ . Dit is als het ware een projectiescherm in je oog .
Maar het beeld wordt ____________________ geprojecteerd .

Het netvlies stuurt het beeld dan via de ____________________ naar de hersenen , die het weer netjes rechtop zetten en het herkennen . Zo weet je wat je ziet .

Maar : ons oog werkt ook een beetje ____________________ . Elk beeld blijft even op ons netvlies hangen , ook al is het er eigenlijk niet meer , en dat wordt ook zo doorgegeven aan onze hersenen .
Daarom denken onze hersenen bij het bekijken van een film ( wat een heleboel ____________________ beelden zijn , als je je goed herinnert ) , dat het ____________________ beelden zijn .