In Word kan je het lettertype wijzigen. In welk tabblad kun je dit doen?
A.
Start
B.
Invoegen
C.
Beeld
4.
Wat kan je doen met het volgende icoon?
A.
Vet
B.
Onderlijnd
C.
Cursief
5.
Waar kun je kop- of voettekst vinden?
A.
Start
B.
Beeld
C.
Invoegen
6.
Wat kun je doen met de volgende iconen?
A.
Tekst vet zetten
B.
Fouten verbeteren
C.
Tekst uitlijnen
7.
Onder welke toepassingssoftware hoort het programma Word?
A.
Spreadsheet
B.
tekstverwerking
C.
besturingssysteem
8.
Met welk icoon kun je een tabel invoegen?
A.
B.
C.
9.
Met welk icoon kun je de tekst markeren?
A.
B.
C.
10.
Wat kun je doen met het volgende icoon?
A.
menubalk
B.
tabblad
C.
werkbalk
11.
Welke sneltoetsen kun je gebruiken om te kopiëren?
A.
CTRL+P
B.
CTRL+Z
C.
CTRL+C
12.
Welke sneltoetsen kun je gebruiken om je laatste bewerking ongedaan te maken?
A.
CTRL+Z
B.
CTRL+P
C.
CTRL+K
13.
Geef de juiste benaming voor dit icoon.
14.
Hoe heet deze werkbalk?
15.
Wat kun je doen met dit icoon?
16.
Wat kun je doen met dit icoon?
17.
Wat kun je doen met het volgende icoon?
18.
Wat is de naam van deze toets op je toetsenbord?
19.
Wat is de naam van deze toets op je toetsenbord?
20.
Klik op de afbeelding om de oefening te vergroten. Vervolgens kopieer je en plak je deze oefening in een Word document. Vul de antwoord oefening volledig in om de test te beëindigen.Vervolgens maak je de oefening in Word.
