1
Ik spreek vandaag met mijn baas, maar ik ben .... vrij.
2
De zoon van mijn dochter is mijn ....
3
Ik heb ..... ! Ik ga naar Frankrijk.
4
...... werk jij? - Ik werk van maandag tot en met vrijdag.
5
We lunchen in de ....
6
De zomer is mijn favoriete ....
7
Wij .... een film.
8
Zijn haar is niet blond. Zijn haar is ....
9
Je vader en moeder zijn je ....
10
Ik krijg ..... Mijn broer en mijn schoonzus komen.
11
Is deze .... vrij? Ik wil hier graag zitten.
12
Ik drink een ..... koffie.
13
Dit is mijn partner en dit zijn mijn kinderen. Dit is mijn ....
14
Dat huis is .... mooi!
15
Hij is niet klein. Hij is ....