Créer une activité
Ico create Educaplay Créer une activité
Toutes les activités
Jouer Froggy Jumps
1. Wanneer werd Caesar geboren?
A
100 v.C
B
99 v.C
C
101 v.C
2. In zijn tienerjaren wordt hij opgeleid tot?
A
Smid
B
Gladiator
C
Redenaar
3. Caesar verwerft roem als soldaat op zijn?
A
19e
B
22e
C
16e
4. In 69 v.C wordt hij verkozen tot?
A
Praetor
B
Quaestor
C
Consul
5. In 61 v.C wordt hij verkozen tot?
A
Consul
B
Praetor
C
Quaestor
6. Caesar vormt een triumviraat met?
A
Pompejus en Crassus
B
Pompejus en Brutus
C
Crassus en Brutus
7. In 59 v.C wordt hij verkozen tot?
A
Quaestor
B
Consul
C
Praetor
8. Op zijn 42e wordt hij gouverneur van?
A
Noord-Italië en Portugal
B
Spanje en de Provence
C
Noord-Italië en de Provence
9. Als gouverneur start hij?
A
De Gallische oorlog
B
De Punische oorlog
C
De Perzische oorlog
10. Na deze oorlog schrijft hij welk boek?
A
De Bello Gallico
B
De Gallo Gallico
C
De Maro Gallico
11. In 49 v.C steekt Caesar welke rivier over?
A
De Nijl
B
De Rubicon
C
De Tiber
12. Hoe reageren zijn tegenstanders op zijn oversteek?
A
Ze vluchten
B
Ze vechten
C
Ze geven zich over
13. Tussen 49 v.C en 44 v.C laat hij zich aanstellen tot?
A
Imperator
B
Superconsul
C
Keizer
14. In welk jaar stierf Caesar?
A
43 v.C
B
44 v.C
C
42 v.C
15. Op welke manier stierf Caesar?
A
Neergestoken
B
Doodgeslagen
C
Vergiftigd
16. Hoeveel messteken kreeg Caesar?
A
23
B
25
C
28