Connectez-vous
Créer jeu
Types de jeux
Centre d'aide
Game Pin
News
Premium
Créer jeu
Connectez-vous
Tous les jeux
Jouer Froggy Jumps
Imprimer Froggy Jumps
'nicht brauchen' auf NL
Urheber :
J. T.B.
1.
Ich brauche nicht zu arbeiten.
A
Ik hoef niet te werken.
B
Ik moet niet werken.
C
Ik hoev niet te werken.
2.
Du brauchst nicht zu arbeiten.
A
Jij moet niet werken.
B
Jij hoeft niet te werken.
C
Jij hoefd niet te werken.
3.
Brauchst du nicht zu arbeiten?
A
Hoef jij niet te werken?
B
Hoeft jij niet te werken?
C
Moet jij niet werken?
4.
Er braucht nicht zu arbeiten.
A
Hij hoevt niet te werken.
B
Hij moet niet werken.
C
Hij hoeft niet te werken.
5.
Sie braucht nicht zu arbeiten.
A
Zij niet hoeft te werken.
B
Zij moet niet werken.
C
Zij hoeft niet te werken.
6.
Wir brauchen nicht zu arbeiten.
A
Wij hoeven niet te werken.
B
Wij moeten niet werken.
C
Wij hoeven te niet werken.
7.
Ihr braucht nicht zu arbeiten.
A
Jullie hoeven niet werken.
B
Jullie moeten niet werken.
C
Jullie hoeven niet te werken.
8.
Sie (formell) brauchen nicht zu arbeiten.
A
U hoeven niet te werken.
B
U hoeft niet te werken.
C
U moet niet werken.
9.
Sie (Plural) brauchen nicht zu arbeiten.
A
Ze moeten niet werken.
B
Ze hoeven niet te werken.
C
Ze hoefen niet te werken.
10.
Sanne braucht nicht zu arbeiten.
A
Sanne hoeft niet werken.
B
Sanne moet niet werken.
C
Sanne hoeft niet te werken.