Connectez-vous
Créer jeu
Types de jeux
Centre d'aide
Game Pin
News
Premium
Créer jeu
Connectez-vous
Tous les jeux
Jouer Froggy Jumps
Imprimer Froggy Jumps
Wie sagt man auf niederlaendisch ... ?
Urheber :
J. T.B.
1.
Woher kommen Sie?
A
Waar kom je vandaan?
B
Waarvan komt u?
C
Waar komt u vandaan?
2.
Ich komme aus Deutschland.
A
Ik kom uit Duitsland.
B
Ik kom van Duitsland.
C
Ik kom in Duitsland.
3.
Das stimmt.
A
Dat klopt.
B
Dat klapt.
C
Dat stemt.
4.
Entschuldigung, koennen Sie das bitte wiederholen?
A
Sorry, kunt u dat alstublieft herhalen?
B
Sorry, kun je dat alsjeblieft herhalen?
C
Sorry, kunt u dat alstublieft betekenen?
5.
Was bedeutet 'slechts'?
A
Wat bedoelt 'slechts'?
B
Wat betekent 'slechts'?
C
Wat herhaalt 'slechts'?
6.
Ich danke Ihnen.
A
Dank u wel.
B
Dank je wel.
C
Bedankt.
7.
Was sagst du?
A
Wat zegt je/jij?
B
Wat zeg je/jij?
C
Wat zegg je/jij?
8.
Kannst du das bitte buchstabieren?
A
Kun je/jij dat alsjeblieft spellen?
B
Kunt je/jij dat alsjeblieft spellen?
C
Kun je/jij dat alstublieft spellen?
9.
Entschuldigung, koennen Sie etwas langamer sprechen/reden?
A
Sorry, kunt u iets langzamer spreken/praten?
B
Sorry, kun je iets langzamer spreken/praten?
C
Sorry, kunnen u iets langzamer spreken/praten?
10.
Ich wohne in Deutschland.
A
Ik woon in Duitsland.
B
Ik woon in duitsland.
C
Ik won in Duitsland.