Créer jeu
Jouer Froggy Jumps
1. Ik ... een kat.
A
heb
B
heeft
C
hebben
2. Jij ... een kat.
A
hebt
B
heb
C
heeft
3. ... jij een kat?
A
Hebt
B
Heb
C
Hebben
4. Wij ... een kat.
A
heeft
B
hebt
C
hebben
5. Jullie ... een kat.
A
heeft
B
hebben
C
hebt
6. ... u een kat?
A
Heb
B
Hebt/Heeft
C
Hebben
7. Hij ... geen kat.
A
heb
B
heeft
C
hebt
8. Jan en Tineke ... een kat.
A
heeft
B
hebt
C
hebben
9. Peter ... een hond.
A
heeft
B
hebt
C
heb
10. Jij en ik ... een kat.
A
hebben
B
heeft
C
hebt