vergeten
Ik HEB rondgereden (immer ohne Richting).
Ik ben opgestaan.
Ik BEN naar huis gereden (Richtung). Ik HEB de hele dag gereden (ohne Richtung).
beginnen
blijven
opstaan
Ik heb/ben vergeten.
Ik ben gebleven.
rijden
Ik ben begonnen.
rondrijden