Een
baby
die
nog
in
de
buik
zit
noemen
we
een
____________________
.
Een
____________________
duurt
negen
maanden
.
Zolang
zit
het
kindje
in
de
buik
van
de
mama
.
Een
____________________
kan
nog
niet
lopen
of
praten
.
In
de
kleuterklas
spelen
alle
____________________
naar
hartenlust
.
Een
____________________
is
een
kind
dat
naar
de
lagere
school
gaat
.
Iemand
die
nog
geen
18
jaar
is
,
noemen
we
een
____________________
.
Iemand
die
boven
de
18
jaar
is
,
noemen
we
een
____________________
.
Een
____________________
woont
in
een
bejaardentehuis
.
Iemand
die
met
pensioen
is
,
noemt
men
een
____________________
.