Créer une activité
Jouer Test
1. 
Justine gooit de lege fles in de glascontainer.
A.
Justine
B.
gooit
C.
gooit de fles
D.
Justine gooit
2. 
Pedro heeft de autoband in een speciale bak gegooid.
A.
heeft
B.
Pedro
C.
Pedro heeft gegooid
D.
heeft gegooid
3. 
Valerie betaalt voor het ingeleverde afval.
A.
betaalt
B.
betaalt ingeleverde
C.
Valerie
D.
Valerie betaalt
4. 
Hans heeft zijn auto volgeladen met oud papier.
A.
heeft
B.
Hans heeft
C.
heeft volgeladen
D.
Hans heeft volgeladen
5. 
Voor oude wasmachines geldt een speciaal tarief.
A.
geldt een speciaal tarief
B.
geldt
C.
voor oude wasmachines geldt
6. 
Het tuinafval kun je gratis inleveren.
A.
kun
B.
kun je
C.
kun je inleveren
D.
kun inleveren
7. 
De verfpotten verdwijnen bij het chemisch. afval
A.
verdwijnen
B.
de verfpotten
C.
de verpotten verdwijnen
D.
verdwijnen bij het chemisch afval
8. 
De baas van de milieustraat houdt alles in de gaten.
A.
De baas
B.
De baas van de milieustraat
C.
houdt
D.
houdt in de gaten
9. 
Er liggen vier rollen tapijt in de container.
A.
Er
B.
liggen
C.
er liggen
D.
liggen vier rollen
10. 
Oude tv's en video's worden apart van het andere afval gehouden.
A.
worden apart gehouden
B.
worden
C.
worden apart van het andere afval gehouden
D.
worden gehouden
11. 
Het snoeihout wordt verwerkt tot compost.
A.
wordt verwerkt
B.
het snoeihout wordt
C.
Het snoeihout wordt verwerkt
D.
wordt verwerkt tot snoeihout
12. 
De vuilniswagen staat voor de slagboom.
A.
De vuilniswagen
B.
De vuilniswagen staat
C.
staat
D.
staat voor