2) In de kern van een eukaryote cel komt het erfelijk materiaal voor onder de vorm van “draden” die rond eiwitten gedraaid zijn. Wat is de naam van het erfelijk materiaal onder deze vorm?
A.
kernlichaampje
B.
Chromatine
C.
chromosomen
D.
histonen
3.
3) Welke van de volgende beweringen geldt NIET voor de kernmembraan?
A.
Het bestaat uit een dubbele membraan
B.
Het bevat poriën waar bepaalde stoffen doorheen kunnen
C.
Het bestaat uit chromatine
D.
Het geeft bescherming aan het erfelijk materiaal
4.
Welke uitspraak over de celkern is FOUT?
A.
De chromosomen in de celkern bestaan uit opgerolde chromatinedraden die op hun beurt bestaan uit DNA dat rond eiwitten zit
B.
De kern is omgeven door een dubbele membraan die op bepaalde plaatsen selectief stoffen kan doorlaten
C.
De kern is een volledig afgeschermd organel waar geen stoffen in en uit kunnen
