Créer une activité
Jouer Test
1. 
Wat is het belangrijkste personage in het verhaal?
A.
Typetje
B.
Karakter
C.
Protagonist
D.
Round character
2. 
'Sfeer' behoort tot de bouwsteen...
A.
Personages
B.
Ruimte
C.
Vertelperspectief
D.
Einde
3. 
Je kan spreken van een decoratieve ruimte wanneer...
A.
de ruimte bijdraagt tot het karakteriseren van het personage
B.
de ruimte een bepaalde symboliek weergeeft die verwijst naar de thematiek van het verhaal
C.
de ruimte gebruikt wordt als een achtergrond om het verhaal te kaderen
D.
de ruimte een bepaalde sfeer schept die het verhaalgebeuren versterkt
4. 
Wat zijn voorbeelden van round characters?
A.
Marc Vertongen
B.
Harry Potter
C.
Suske
D.
Rachel Green
5. 
Is er hier sprake van een open of een gesloten einde?
A.
Open einde
B.
Gesloten einde
6. 
Hoe begint dit verhaal?
A.
ab ovo
B.
in medias res
7. 
Met welk soort verteller hebben we te maken in de volgende stukjes tekst?
A.
1. alwetende hij-verteller; 2. personele hij-verteller; 3. belevende ik-verteller; 4. vertellende ik-verteller
B.
1. personele hij-verteller; 2. alwetende hij-verteller; 3. vertellende ik-verteller; 4. belevende ik-verteller
C.
1. alwetende hij-verteller; 2. personele hij-verteller; 3. vertellende ik-verteller; 4. belevende ik-verteller
D.
1. vertellende hij-verteller; 2. belevende hij-verteller; 3. personele ik-verteller; 4. alwetende ik-verteller
8. 
Wat is de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd?
A.
De verteltijd is even groot als de vertelde tijd.
B.
De verteltijd is groter dan de vertelde tijd.
C.
De verteltijd is kleiner dan de vertelde tijd.
9. 
Benoem de verschillende personages.
A.
Simba = flat character; Nala = tritagonist; Scar = protagonist
B.
Simba = round character; Nala = tritagonist; Scar = antagonist
C.
Simba = protagonist; Nala = typetje; Scar = antagonist
D.
Simba = protagonist; Nala = tritagonist; Scar = round character
10. 
Bespreek de tijd in deze comic.
A.
Er wordt gebruik gemaakt van een flashback/flashforward.
B.
Er is sprake van isochronie.
C.
Het verhaaltje is chronologisch.
D.
Er is sprake van een ellips.