Créer une activité
Jouer Test
1. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
onmiddellijk
B.
onmiddelijk
C.
onmidellijk
D.
onmidelijk
2. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
's avons
B.
s'avonds
C.
's avonds
D.
s'avons
3. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
knieen
B.
kniën
C.
knien
D.
knieën
4. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
mamatje
B.
mamaatje
C.
mammatje
D.
mammaatje
5. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
Oostvlaamse
B.
oost-Vlaamse
C.
Oost-vlaamse
D.
Oost-Vlaamse
6. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
proffessor
B.
profesor
C.
professor
D.
proffesor
7. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
bevoorbeeld
B.
bijvoorbeeld
C.
b.v.
D.
bv.
8. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
nieuwschiereg
B.
nieuwsgiereg
C.
nieuwsgierig
D.
nieuwschierig
9. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
comissaris
B.
commissaris
C.
commisaris
D.
comisaris
10. 
Kies de juiste schrijfwijze van het woord.
A.
ondekken
B.
ontdekken
C.
ondeken
D.
ontdeken