1
Bélgica es conocida por sus ... ricas / België is gekend voor zijn lekkere ...
2
Me gusta la ... de McDonald's / Ik eet graag een ... van McDonald's
3
Cuando hace mucho calor, me gusta beber ... / Wanneer het heel warm weer is, drink ik graag ...
4
Durante la pausa del mediodía, como siempre un ... / Tijdens de middagpauze eet ik altijd een ...
5
El ... es un ingrediente indispensable de la cocina española / ... is een onmisbaar ingrediënt in de Spaanse keuken
6
Es sano comer mucha ... / Veel ... eten is gezond
7
Para desayunar, siempre tomo un ... / Bij het ontbijt drink ik altijd een ...