Créer une activité
Jouer Test
1. 
Wat is het meervoud van ren?
2. 
Geef de Nederlandse term voor renes.
3. 
Welke van onderstaande termen betekent schors of buitenkant?
A.
cortex
B.
medulla
C.
pyelum
4. 
Wat is de correcte volgorde die de urine volgt op weg naar buiten.
A.
urethra - urinaria - ureter
B.
ureter - urinaria - urethra
C.
ureter - urethra - urinaria
5. 
Welke term houdt in dat door teveel zoutinname, of te weinig vocht, er nier- of blaasstenen kunnen ontstaan?
6. 
Geef het meervoud van ovarium.
7. 
Geef de Nederlandse term voor endometrium.
8. 
Welke van onderstaande lichaamsdelen hebben zowel mannen als vrouwen?
A.
corpus cavernosum
B.
scrotum
C.
urethra
D.
ovum
9. 
Duid de correcte schrijfwijze aan.
A.
tuba Fallopi
B.
tuba Falopi
C.
tuba fallopi
10. 
Duid de correct volgorde aan.
A.
conceptie - coïtus - partus - gravida
B.
coïtus - conceptie - gravida - partus
C.
coïtus - gravida - conceptie - partus
11. 
Geef het meervoud van mamma.
12. 
Geef de Nederlandse tem van glandulae lacrimales.
13. 
Wat bevindt zich helemaal aan de buitenkant van het oog?
A.
orbita
B.
retina
C.
cornea
14. 
Welke van onderstaande termen betekent bijziendheid?
A.
glaucoom
B.
myopie
C.
hypermetropie
15. 
Welke van onderstaande termen betekent verziendheid?
A.
glaucoom
B.
myopie
C.
hypermetropie
16. 
Geef de correcte volgorde aan, van de buitenkant van het oor, naar binnen toe.
A.
auricula - membrana tympani - incus - cochlea
B.
auricula - incus - cochlea - membrana tympani
C.
cochlea - incus - membrana tympani - auricula
17. 
Geef de Nederlandse term voor membrana tympani.
18. 
De stapes, incus en malus bevinden zich in welk deel van het oor?
A.
auris externa
B.
auris media
C.
auris interna
19. 
Geef de Nederlandse term voor auris externa.
20. 
Waar of niet waar? Ons reukorgaan zit vlakbij de medulla vertebralis, dit maakt dat geur sterk verbonden is met emoties.
A.
Waar
B.
Niet waar
21. 
Wat bevind zich niet in onze mond?
A.
palatum molle
B.
uvula
C.
cilia
D.
tonsillen
22. 
Welke van onderstaande termen is geen tand in een volwassen gebit?
A.
incisief
B.
molaar
C.
cuspidaat
D.
dentitie