Créer jeu
Jouer Froggy Jumps
1. Is kleur een stofeigenschap?
A
Nee
B
Soms
C
Ja
2. Is smaak een stofeigenschap?
A
Nee
B
Ja
C
Soms
3. Is dichtheid een stofeigenschap?
A
Ja
B
Soms
C
Nee
4. Is brandbaarheid een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
5. Is magnetisme een stofeigenschap?
A
Ja
B
Soms
C
Nee
6. Is temperatuur een stofeigenschap?
A
Nee
B
Ja
C
Soms
7. Is geur een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
8. Is smeltpunt een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
9. Is elektrische geleidbaarheid een stofeigenschap?
A
Soms
B
Ja
C
Nee
10. Is oplosbaarheid een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
11. Wat is de formule voor het berekenen van het volume van een rechthoekige doos?
A
lengte + breedte + hoogte
B
lengte / breedte / hoogte
C
lengte x breedte x hoogte
12. Hoe bereken je het volume van een cilinder?
A
pi x straal^2 x hoogte
B
2 x pi x straal x hoogte
C
straal x hoogte
13. Wat is de eenheid van volume in het metrisch stelsel?
A
Kubieke meter
B
Vierkante meter
C
Liter
14. Hoe bereken je het volume van een kegel?
A
pi x straal x hoogte
B
2/3 x pi x straal^2 x hoogte
C
1/3 x pi x straal^2 x hoogte
15. Wat is het volume van een kubus met zijde van 5 cm?
A
75 cm^3
B
125 cm^3
C
50 cm^3
16. Wat is het volume van een balk met lengte 8 m, breedte 4 m en hoogte 2 m?
A
64 m^3
B
16 m^3
C
32 m^3
17. Hoe bereken je het volume van een bol?
A
2 x pi x straal^3
B
4/3 x pi x straal^3
C
pi x straal^2
18. Wat is het volume van een piramide met lengte 6 m, breedte 4 m en hoogte 3 m?
A
8 m^3
B
12 m^3
C
18 m^3
19. Hoe bereken je het volume van een prisma?
A
Grondvlak + hoogte
B
Grondvlak x hoogte
C
Grondvlak / hoogte
20. Wat is het volume van een bol met straal van 5 cm?
A
523,6 cm^3
B
314,2 cm^3
C
942,5 cm^3
21. Wat is de formule voor het berekenen van het volume van een rechthoekig blokje?
A
Lengte / Breedte / Hoogte
B
Lengte + Breedte + Hoogte
C
Lengte x Breedte x Hoogte
22. Als de lengte van een blokje 5 cm is, de breedte 3 cm en de hoogte 2 cm, wat is dan het volume?
A
30 cm³
B
10 cm³
C
15 cm³
23. Wat is de eenheid van volume bij het berekenen van een rechthoekig blokje?
A
Liter (L)
B
Kubieke centimeter (cm³)
C
Vierkante centimeter (cm²)
24. Hoe bereken je de oppervlakte van de bodem van een rechthoekig blokje?
A
Lengte / Breedte
B
Lengte x Breedte
C
Lengte + Breedte
25. Als de lengte van een blokje 6 cm is, de breedte 4 cm en de hoogte 3 cm, wat is dan het volume?
A
24 cm³
B
72 cm³
C
36 cm³
26. Wat is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van de bodem van een rechthoekig blokje?
A
Lengte x Breedte
B
Lengte / Breedte
C
Lengte + Breedte
27. Als de lengte van een blokje 7 cm is, de breedte 2 cm en de hoogte 4 cm, wat is dan het volume?
A
56 cm³
B
28 cm³
C
14 cm³
28. Wat is de eenheid van lengte bij het berekenen van het volume van een rechthoekig blokje?
A
Centimeter (cm)
B
Millimeter (mm)
C
Meter (m)
29. Hoe bereken je de hoogte van een rechthoekig blokje als je het volume en de lengte en breedte weet?
A
Volume / (Lengte x Breedte)
B
Volume - (Lengte x Breedte)
C
Volume x (Lengte x Breedte)
30. Als de lengte van een blokje 8 cm is, de breedte 5 cm en het volume 160 cm³, wat is dan de hoogte?
A
6 cm
B
4 cm
C
2 cm
31. Wat is de formule voor het berekenen van dichtheid?
A
massa - volume
B
massa x volume
C
massa / volume
32. Als een object een massa heeft van 50 gram en een volume van 10 cm3, wat is dan de dichtheid?
A
5 g/cm3
B
0.5 g/cm3
C
15 g/cm3
33. Wat is de eenheid van dichtheid?
A
g/cm3
B
g/mL
C
kg/m3
34. Hoe verandert de dichtheid als de massa van een object verdubbelt en het volume hetzelfde blijft?
A
Het verdubbelt
B
Het halveert
C
Het blijft hetzelfde
35. Wat is de dichtheid van water?
A
1 g/cm3
B
2 g/cm3
C
0.5 g/cm3
36. Als een object een dichtheid heeft van 3 g/cm3 en een volume van 20 cm3, wat is dan de massa?
A
60 gram
B
80 gram
C
40 gram
37. Wat gebeurt er met de dichtheid als zowel de massa als het volume van een object verdubbelen?
A
Het verdubbelt
B
Het halveert
C
Het blijft hetzelfde
38. Wat is de dichtheid van lucht bij standaardomstandigheden?
A
1.6 kg/m3
B
0.8 kg/m3
C
Ongeveer 1.2 kg/m3
39. Hoe wordt dichtheid vaak aangeduid in de natuurkunde?
A
δ (delta)
B
ρ (rho)
C
σ (sigma)
40. Wat is de dichtheid van goud?
A
25.0 g/cm3
B
19.3 g/cm3
C
10.5 g/cm3
41. Wat is de dichtheid van een object met een massa van 50 g en een volume van 10 cm³?
A
2 g/cm³
B
5 g/cm³
C
7 g/cm³
42. Als een object een dichtheid heeft van 3 g/cm³ en een volume van 20 cm³, wat is dan de massa?
A
80 g
B
60 g
C
40 g
43. Wat is de dichtheid van een stof met een massa van 80 kg en een volume van 4 m³?
A
20 kg/m³
B
30 kg/m³
C
10 kg/m³
44. Bereken de dichtheid van een vloeistof met een massa van 120 g en een volume van 30 mL.
A
5 g/mL
B
3 g/mL
C
4 g/mL
45. Als een object een dichtheid heeft van 2 g/cm³ en een massa van 40 g, wat is dan het volume?
A
30 cm³
B
20 cm³
C
10 cm³
46. Wat is de massa van een object met een dichtheid van 8 g/cm³ en een volume van 5 cm³?
A
50 g
B
40 g
C
30 g
47. Bereken de dichtheid van een materiaal met een massa van 500 g en een volume van 250 cm³.
A
1 g/cm³
B
2 g/cm³
C
3 g/cm³
48. Als een stof een dichtheid heeft van 10 kg/m³ en een volume van 15 m³, wat is dan de massa?
A
200 kg
B
150 kg
C
100 kg
49. Wat is de dichtheid van een object met een massa van 25 g en een volume van 5 cm³?
A
3 g/cm³
B
7 g/cm³
C
5 g/cm³
50. Bereken de massa van een object met een dichtheid van 4 g/cm³ en een volume van 10 cm³.
A
50 g
B
40 g
C
30 g