Connectez-vous
Créer une activité
Types d'activités
Centre d'aide
Entrez votre Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
Créer une activité
Connectez-vous
Toutes les activités
Jouer Test
Imprimer Test
Woordsoorten 3
Auteur :
Els Dreesen
1.
TOEN hij jong was, kocht hij vaak snoep.
2.
Toen HIJ jong was, kocht hij vaak snoep.
3.
Toen hij JONG was, kocht hij vaak snoep.
4.
Toen hij jong WAS, kocht hij vaak snoep.
5.
Toen hij jong was, KOCHT hij vaak snoep.
6.
Toen hij jong was, kocht hij VAAK snoep.
7.
Toen hij jong was, kocht hij vaak SNOEP.
8.
Op VIERENTWINTIG december was het feest
9.
DIT drama willen we vergeten.
10.
DE nieuwe auto is rood.
11.
Het geluid was DUIDELIJK hoorbaar.
12.
WIE is die man?
13.
Wie IS die man?
14.
Wie is DIE man?
15.
SNEL bedekten ze hun hoofd.