Créer une activité
Jouer Test
1. 
Als men de loonheffingskorting laat toepassen dan wordt er:
A.
Meer loonbelasting ingehouden
B.
Minder loonbelasting ingehouden
2. 
Als men de loonheffingskorting laat toepassen dan wordt het netto-loon:
A.
Hoger
B.
Lager
3. 
Als je de loonheffingskorting laat toepassen dan wordt de belastingaanslag:
A.
Duurder [Meer te betalen / Minder terug te krijgen]
B.
Goedkoper [Minder te betalen / Meer terug te krijgen]
4. 
Pietje [1943] ontvangt AOW en een klein pensioen. Samen is dit per jaar ongeveer 18.000 euro. Als Pietje een VA in het lopende jaar aanvraagt dan:
A.
Moet hij bijbetalen
B.
Krijgt hij geld terug
C.
Komt hij op nul uit of krijgt een GVA
5. 
Kim ontvangt AOW en een klein pensioen. Samen is dit per jaar ongeveer 30.000 euro. Als Kim een VA aanvraagt dan krijgt zij normaal gesproken:
A.
Een te betalen aanslag
B.
Een teruggave
C.
Een teruggave van nul [GVA]
6. 
Pluk ontvangt AOW en een heeft inkomsten uit loondienst. Samen is dit per jaar ongeveer 18.000 euro. Als Pluk een VA aanvraagt dan is het resultaat een:
A.
Te betalen aanslag
B.
Teruggave
C.
GVA / Komt op nul uit
7. 
Fox krijgt de AHK uitbetaald in een VA. Per 1 april gaat ze werken, en zet ze de VA stop. Fox verdient ongeveer 1500 euro per maand. Ze laat de loonheffingskorting toepassen. Bij de belastingaangifte verwachten we:
A.
Een te betalen aanslag
B.
Een teruggave
C.
Een GVA / komt op nul uit
8. 
Vicksi heeft in 2013 een arbeidsinkomen van ongeveer 23.000 euro. Ze werkt het hele jaar bij dezelfde werkgever, en ze laat de loonheffingskorting niet toepassen. Haar belastingteruggave is:
A.
Ongeveer nul
B.
Ongeveer E2000,-
C.
Ongeveer E3700,-
9. 
Garfield ontvangt ongeveer 1500 euro aan partneralimentatie per maand. Er zijn geen kinderen. Wat staat er op de aanslag inkomstenbelasting?
A.
Een teruggave van ongeveer E2000,-
B.
Ongeveer nul
C.
Een te betalen aanslag van ongeveer E2000,-
D.
Een te betalen aanslag van ongeveer E4000,-
10. 
Ed werkt zes maanden bij bouwbedrijf A en daarna zes maanden bij bouwbedrijf B. Ed heeft bij beide een inkomen van E2500,- bruto per maand. Willem werkt het hele jaar parttime bij bouwbedrijf C, en verdient daarmee E1700,- per maand. Tegelijkertijd werkt hij ook bij bouwbedrij D. Daar heeft hij een inkomen van E800,- per maand. Wie heeft een hoger bruto jaarinkomen?
A.
Ed heeft een hoger inkomen
B.
Willem heeft een hoger inkomen
C.
Ze hebben hetzelfde bruto jaarinkomen
11. 
Ed werkt zes maanden bij bouwbedrijf A en daarna zes maanden bij bouwbedrijf B. Ed heeft bij beide een inkomen van E2500,- bruto per maand. Willem werkt het hele jaar parttime bij bouwbedrijf C, en verdient daarmee E1700,- per maand. Tegelijkertijd werkt hij ook bij bouwbedrij D. Daar heeft hij een inkomen van E800,- per maand. Wie houd er per maand netto het meeste over?
A.
Netto per maand houdt Ed meer over
B.
Netto per maand houdt Willem meer over
C.
Netto per maand houden ze evenveel meer over
12. 
Ed werkt zes maanden bij bouwbedrijf A en daarna zes maanden bij bouwbedrijf B. Ed heeft bij beide een inkomen van E2500,- bruto per maand. Willem werkt het hele jaar parttime bij bouwbedrijf C, en verdient daarmee E1700,- per maand. Tegelijkertijd werkt hij ook bij bouwbedrij D. Daar heeft hij een inkomen van E800,- per maand. Als ze allebei een aangifte IB gaan doen, wiens belastingaanslag zal dan voordeliger zijn?
A.
De aanslag van Ed is voordeliger
B.
De aanslag van Willem is voordeliger
C.
Het resultaat bij beiden is ongeveer hetzelfde