1
Vrouwen gaan graag shoppen in het ...
2
Er bestaan verschillende ijsjes, ... schepijs, frisco's en waterijs.
3
Wanneer de juf in haar handen klapt moeten we ... zwijgen.
4
Ik volg de ... en kijk iedere dag naar het nieuws.
5
De ... is het hoofd van een politiekorps.
6
Waauw. Dit was een ... feest!
7
In ieder ... bestel ik steak met friet.
8
Op Moederdag denken we ... aan alle mama's.
9
Op oudejaarsavond is er vaak alcohol...
10
Bij een blauw uniform denk ik aan de ...
11
Sint-... is een Oost-Vlaamse gemeente.
12
Deze zomer gaan we op reis naar ...
13
Wij eten 's ... altijd een warme maaltijd.
14
In het ... kun je kijken naar dieren, acrobaten en clowns.
15
Ik luister naar muziek op de ...
16
Oost west, ... best.
17
Het enkelvoud van auto's is ...
18
Het enkelvoud van knieën is ...
19
Het enkelvoud van ideeën is ...
